In Myanmar werden op zondag 8 november voor het eerst in 25 jaar vrije verkiezingen gehouden. Volgens de eerste schattingen hebben meer dan 30 miljoen kiezers, of ongeveer 80 procent van de stemgerechtigden, zich naar het stemhokje begeven. De stembusslag wordt beschouwd als een test voor de overgang naar de democratie, die vier jaar geleden werd ingezet. Myanmar werd sinds 1962 bestuurd door een militaire junta. Sinds 2010 is het militair bewind in Myanmar vervangen door een, weliswaar nog steeds door het leger gesteund, civiel bestuur.
In totaal namen maar liefst 91 partijen aan de verkiezingen deel, waarvan de twee voornaamste de Nationale Liga voor de Democratie (NLD) van Nobelprijswinnares voor de Vrede Suu Kyi en de regerende USDP. Hoewel alle ogen op Suu Kyi zijn gericht, zullen sommige kleinere partijen mogelijk toch een sleutelrol spelen in het postelectorale proces indien er zich na zondag geen enkele duidelijke meerderheid aftekent.
Inzet bij de verkiezingen zijn 168 zetels in het Myanmarese Hogerhuis en 330 zetels in het Lagerhuis. Daarnaast benoemt ook het leger nog eens 110 kandidaten in het Lagerhuis, en 56 in het Hogerhuis, goed voor een kwart van de zetels in het parlement. Een kwart van de zetels gaat echter bij voorbaat naar het leger. Het lijkt bijna zeker dat het leger het voor het zeggen blijft houden.